Flexwoningen in de versnelling: lessen uit Lelystad
25 dec 2023
Onderstaand artikel is een publicatie van Platform31. Lees het originele Hier. Bijgevoegd beeld: © Elske Hazenberg
Het Rijk heeft een stevige ambitie geformuleerd om jaarlijks 15.000 flexwoningen te realiseren, en 37.500 van medio 2022 tot en met 2024. Die komen er echter niet vanzelf. Daar is doorzettingsvermogen, capaciteit en tijd voor nodig. Gelukkig zijn er goede voorbeelden in het land die laten zien hoe je in korte tijd hoogwaardige tijdelijke huisvesting kunt realiseren, zoals de realisatie van wooncomplexen LARS en LILY in Lelystad. Platform31 en Aedes namen met een groep geïnteresseerden een kijkje in de keuken van woningbouwprojecten LARS en LILY.
Wonen bij LARS en LILY
Om de druk op de woningmarkt en de lange wachttijden voor sociale huurwoningen iets te verminderen heeft woningcorporatie Centrada aan de rand van Lelystad 299 tijdelijke woningen gerealiseerd. Centrada zag steeds meer schrijnende woningsituaties, maar had geen woningen voor spoedzoekers. Bovendien stelde de gemeenteraad in Lelystad nieuw beleid vast: de gemeente verleende geen vergunningen meer voor kamerverhuur of woningsplitsing. De oplossing om snel nieuwe huisvesting te realiseren – voor doelgroepen die afhankelijk waren van kamerverhuur – lag daarom in het realiseren van flexwoningen. De tijdelijke, modulaire woningen zijn gebouwd door Daiwa House Modular Europe. In december 2020, minder dan een jaar na het raadsbesluit, leverde Centrada de eerste woningen op. In december 2021 zijn alle 299 woningen opgeleverd. De woningen zijn all electric, circulair en kenden een bouwtijd van vier (LARS) en vijf (LILY) maanden. Om de businesscase rond te krijgen heeft Centrada destijds gebruik kunnen maken van vrijstelling van de verhuurdersheffing (25.000 euro per woning) en de Stimuleringsregeling flexwonen van het Rijk.
De woningen verschillen qua type en grootte: van een studio van 20 m2 tot een driekamerappartement van 50 m2. De bewoners van de woningen zijn onder andere statushouders, spoedzoekers en andere woningzoekenden, zoals starters op de woningmarkt. Bij de inschrijving reageerden gemiddeld tachtig 80 mensen per woning. Voor de woningtoewijzing speelde en speelt de inschrijftijd van een woningzoekende geen rol. Wel moet er sprake zijn van maatschappelijke of economische binding met de stad. Kandidaat-huurders worden op volgorde van loting uitgenodigd. De definitieve toewijzing vindt plaats op basis van een motivatiegesprek. Om doorstroming te bevorderen behouden bewoners van LARS en LILY hun inschrijfduur.
“Het gevoel van ‘samen thuis’ creëren was een belangrijk doel bij het realiseren van LARS en LILY” – Martine Visser, directeur-bestuurder Centrada
Samen thuis
“Het gevoel van ‘samen thuis’ creëren was een belangrijk doel bij het realiseren van LARS en LILY”, licht Martine Visser, directeur-bestuurder van Centrada, toe. Een community waar alle bewoners aan bijdragen staat daarom centraal. Dit gebeurt onder andere met de online tool Buurtluuks, waar vraag en aanbod van bewoners op te vinden is. Ook is er een bewonerscoöperatie en een klus- en een tuinteam. De twee paviljoens in de binnentuinen van de wooncomplexen spelen een centrale rol in de communityvorming. Deze paviljoens dienen als ontmoetingsruimte, waar bewoners tot ’s avonds 22:00 uur gebruik van kunnen maken. Bewoners kunnen daar zelf activiteiten organiseren, zoals samen koffiedrinken, koken of spelletjes doen. Ook kunnen bewoners de ruimte reserveren om bijvoorbeeld een (verjaardags)feestje te geven, omdat hun eigen woning vrij klein is. Enkele bewoners zijn sleutelhouder. Verder is er een wasmachineruimte, waar bewoners kunnen wassen en drogen. Alleen de twee- en driekamerappartementen hebben een wasmachineaansluiting. En de twee sociaal complexbeheerders van Centrada hebben in de paviljoens ieder een eigen werkruimte.
Daarnaast heeft Centrada veel aandacht aan de openbare ruimte rondom de twee wooncomplexen besteed. In LILY wonen relatief veel kinderen en om die reden is er naast dit wooncomplex een sport- en speelruimte voor en door bewoners gerealiseerd. Ook is er een gezamenlijke moestuin, waar bewoners zelf invulling aan kunnen geven en hun eigen voedsel kunnen verbouwen. Daarnaast is er bij beide wooncomplexen een overdekte fietsenstalling.