Blik op de Bouw – Maart

30 mrt 2023

Nu de klok is verzet, is het officieel tijd voor de lente. Met frisse moed gaat de bouwsector vooruit. Minister Hugo de Jonge maakt onverminderd bouwplannen. De Eerste Kamer heeft ingestemd met de invoering van de Omgevingswet voor begin volgend jaar. Woningcorporaties vinden de regionale woondeals nog niet concreet genoeg. Ondanks dat wordt er wel flink gebouwd in Overijssel, en dat is nog maar het begin. Maar die nieuwe woningen worden steeds minder vaak door vrouwen gebouwd. Het aantal vrouwen in de sector daalde flink: tijd om daar iets aan te doen.

 

Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024
De Eerste Kamer stemde op dinsdag 14 maart in met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Die gaat in op 1 januari 2024. Met deze wet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Eind januari heeft minister De Jonge laten weten aan de kamer dat er aan de voorwaarden kon worden voldaan voor de invoering van de Omgevingswet, zo lezen we op BouwTotaal. De inwerkingtreding is al vijf keer uitgesteld. Dit komt door de kritiek op het zogeheten Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de uitvoering van de wet technisch ondersteunt. Het is goed om te zien dat er nu eindelijk schot in de zaak komt. Het woningtekort in Nederland lossen we namelijk niet op met eindeloos overleg; we moeten gaan bouwen.

 

Provincies zijn een belangrijke schakel
Tussen nu en 2030 wil de provincie Overijssel 42.300 nieuwe woningen laten bouwen. De provincies zijn cruciaal voor de plannen van minister De Jonge om in diezelfde tijd in heel Nederland 900.000 nieuwe woningen te realiseren. De Jonge vindt dat nieuwbouw lange tijd een toevallige optelsom is geweest van wat her en der in Nederland bedacht is. Er zijn nu deals gemaakt met alle provincies, maar uiteindelijk moet het op gemeentelijk niveau gebeuren; elke provincie moet haar eigen woondeal vertalen naar afspraken met gemeenten schrijft Trouw. Er is dus beweging nodig bij zowel de gemeenten, als de bouwbedrijven en de coöperaties. Want als zij meer als team handelen, kunnen we samen het tekort terugdringen.

 

De bouw blijft voor veel vrouwen een onontgonnen terrein
Van het totaal aantal ondernemers in Nederland is 37,3 procent vrouw. In beroepen waar traditioneel veel mannen werken, blijft de opkomst van vrouwelijke werknemers nog achter. Dat is ook erg duidelijk te zien in de bouw, schrijft Baaz. Begin dit jaar zijn er bijna 248.000 ondernemers in de bouw. Het aantal vrouwen is slechts 4,3 procent. Ook bij starters is het verschil enorm. Ruim 97 procent van de starters in de bouw is nog steeds man terwijl het vrouwelijke percentage tussen de 2,0 en 2,6 schommelt. Alleen in de deelsector ‘projectontwikkeling’ is de afgelopen jaren een groei van 1 procent waargenomen. In alle andere sectoren blijft het aantal gelijk of is er een krimp. Tegenvallende cijfers, uit verschillende onderzoeken blijkt dat diverse teams beter presteren en betere beslissingen maken. Tijd om hier verandering in te brengen!

 

Corporaties kritisch over regionale woondeals
De woningcorporaties vinden de woningplannen niet concreet en te zacht, meldt NOS. Het rommelt regelmatig tussen de overheid, de corporaties en bouwbedrijven. Door lang overleg stageneren de bouwplannen, terwijl het nu juist tijd is voor actie. Corporaties maken zich zorgen over prijsstijgingen, hogere belastingen en personeelskosten. En dan zijn er nog de ‘ongekende’ maatschappelijke, economische en ecologische ontwikkelingen zoals stikstofruimte en flora-en-faunaregelgeving. Ondanks dat tekende minister De Jonge afgelopen juni ‘prestatieafspraken’ met de corporaties. Gemeenten, provincies, woningcorporaties en het Rijk stemden in om meer sociale huurwoningen te creëren voor mensen met een minimum inkomen.

 

aardbevingsbestendig bouwen